Het is de meest basale beleggingsstrategie die iedereen kent: koop laag, verkoop hoog. Zo eenvoudig kan het zijn. Toch is er een groot probleem met deze ogenschijnlijk simpele strategie, waardoor deze in de praktijk een stuk minder goed werkt.
Dit probleem is ook niets nieuws. Zo lezen we in het dagboek van advocaat Benjamin Roth, wat hij bijhield tijdens de grote depressie:
“30 juli 1931 – Tijdschriften en kranten staan vol met artikelen die mensen vertellen dat ze nu aandelen en vastgoed moeten kopen, tegen de huidige spotprijzen. Ze zeggen dat er betere tijden aankomen en dat nu kopen de manier is om een fortuin op te bouwen. Het probleem is dat niemand geld heeft.”
Op het moment dat Roth dit schreef was de Dow-Jones index al 65% gedaald vanaf het hoogtepunt uit 1929. Iedereen die geld had om te investeren, had dit allang gedaan.
Daar komt bij dat deze periode de grootste economische krimp in de VS ooit bevatte. Het werkloosheidspercentage steeg boven de 20%. Het is dus niet vreemd dat niemand interesse had in aandelen. Zelfs de mensen die nog kapitaal hadden, hielden dit liever vast dan dat ze het in die alsmaar dalende beurs stopten.
Vastgoed was ook goedkoop, met een reden. De financiële depressie zorgde ervoor dat niemand het vastgoed meer kon betalen.
Dit principe zien we keer op keer. Hetzelfde herhaalde zich namelijk in 2008. Dat was een fantastische tijd om aandelen of een nieuw huis te kopen. Maar daar was wel kapitaal voor nodig. Tijdens de grote financiële crisis hadden veel mensen wel andere zorgen.
Wat daarop volgde was een van de meest winstgevende periodes voor de beurs ooit. De S&P 500 boekte bijvoorbeeld een jaarlijks samengesteld rendement van +16,5% in de 12 jaar vanaf 2009. Een investering van € 10.000 groeide tot € 71.400.
Maar dan moest de belegger in 2009:
Achteraf is het dus makkelijk praten dat men in 2008 en 2009 had moeten kopen. Maar het probleem is dat de meeste huishoudens in die periode te kampen hadden met werkloosheid en niet de financiële middelen hadden om hiervan te profiteren.
Wanneer financiële activa goedkoop zijn, hebben veel mensen niet de middelen om hiervan te profiteren.
Helaas is het omgekeerde ook waar. Wanneer financiële activa duur gewaardeerd zijn, hebben veel mensen juist wel de financiële middelen, en het vertrouwen, om te kopen.
Deze twee factoren zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voor veel mensen maakt dat het vergaren van rijkdom erg moeilijk. Dat is het grote probleem met ‘buy low, sell high’.
Toch valt hier wel iets tegen te doen. Herken de cyclus, weet wanneer financiële activa duur, en wanneer ze goedkoop zijn. Neem wat winst in de hoogtijdagen, om zo de middelen te hebben in de periodes waarin er koopjes te doen zijn.
Hier komt ook een lange beleggingshorizon bij kijken. Veel beleggers zijn erg ongeduldig. Zo houdt een negatief beurssentiment vanwege een recessie vaak jaren aan. Er is dus ook een stevige mate van zelfdiscipline vereist.
Lees ook: