Beleggers verwijzen of vergelijken vaak met een index, hoofdzakelijk Amerikaanse indexen. Dit is een mandje van aandelen die de stand van de beurs aangeeft. De bekendste is de S&P 500. Hoewel iedere belegger hier wel van gehoord zijn er andere belangrijke Amerikaanse indexen. Onderling zijn er grote verschillen.
De meest gebruikte indexen voor de Amerikaanse beurs zijn:
Een kleine uitleg waar nu de grote verschillen zitten.
Deze index is een hele mond, daarom korten beleggers het vaak af tot ‘de Dow’. Opvallend aan de Dow Jones Industrial is dat het slechts 30 aandelen bevat. Daarnaast is de weging van de aandelen binnen de index een beetje vreemd: op basis van de prijs per aandeel. Hierdoor heeft het bedrijf UnitedHealth (NYSE: UNH) nu de zwaarste weging, bijna drie keer zo zwaar als Apple (Nasdaq: AAPL).
Een commissie bepaalt welke bedrijven in de index komen. Er zijn veel selectiecriteria, maar de commissie wil vooral bedrijven die bekend zijn bij het grote publiek.
De laatste wijziging was in augustus 2020 waarbij Pfizer (NYSE: PFE), ExxonMobil (NYSE: XOM) en Raytheon (NYSE: RTX) uit de index gingen. Hiervoor in de plaats kwamen Honeywell (Nasdaq: HON), Amgen, (Nasdaq: AMGN) en Salesforce (NYSE: CRM).
De Nasdaq 100 bevat de 100 grootste bedrijven van de Nasdaq-beurs. Deze index bevat niet alle sectoren. Het betreft veel technologie en bijvoorbeeld geen financiële instellingen.
De Nasdaq 100 is gewogen op basis van marktkapitalisatie. Dat betekent dat de grootste beursgenoteerde bedrijven een zwaardere weging hebben in de index.
Vanwege deze manier van wegen en het beperkte aantal sectoren wordt dit ook wel de technologie-index genoemd.
De index wordt jaarlijks herwogen en regelmatig aangepast naar aanleiding van fusies en overnames. Zo is recent CrowdStrike (Nasdaq: CRWD) toegevoegd, nadat Maxim werd overgenomen.
De Russel 2000 is een ‘small cap index’. Het is onderdeel van de Russel 3000, waarbij de 1000 grootste bedrijven genegeerd worden. Hierdoor blijven de kleinere bedrijven over.
De index is samengesteld op basis van formules en regels. In dit geval komt er dus geen commissie aan te pas.
De S&P 500 is de meest gebruikte graadmeter voor de Amerikaanse beurs. In de S&P 500 zijn namelijk vrijwel alle sectoren vertegenwoordigd. Daarnaast bevat het vrijwel alle grote relevante bedrijven. De index is gewogen op basis van marktkapitalisatie van de vrij verhandelbare aandelen.
Marktkapitalisatie is een van de belangrijkste factoren om als aandeel toegevoegd te worden aan de index, maar er zijn meer regels. Bijvoorbeeld omtrent handelsvolume of type aandeel.
Het is niet mogelijk rechtstreeks te beleggen in een index. Dit kan wel via een beleggingsfonds of ETF. Vooral die laatste zijn de laatste jaren erg populair. Diverse uitgevers van ETF’s hebben van vrijwel alle indexen een indexfonds gemaakt.
Deze fondsen hebben dezelfde samenstelling als de index en hiermee kan men tegen zeer lage kosten beleggen in het mandje van bedrijven.
Er zijn meer ETFs dan aandelen
Hierbij willen we nog een belangrijk punt opmerken. Veel indexen zijn veel minder goed gespreid dan je misschien zou denken. Door de weging op basis van marktkapitalisatie zijn de grootste bedrijven oververtegenwoordigd.
Zo wordt de richting van de S&P 500 voor ruim 29% bepaald door grootste 10 bedrijven. Deze zijn ook nog eens hoofdzakelijk actief in de technologiesector. Mocht er iets gebeuren in die sector dan kunnen deze bedrijven dus de hele index omlaag trekken.
Auteur is long AAPL, PFE, XOM, AMGN