Analyse
Analyse

5 soorten bedrijven die verliezen op de beurs

Joeri 29 juli 2020

Eerder schreven we een blog over de 5 soorten bedrijven die winnen op de beurs. Een van de conclusies was dat deze bedrijven lang niet altijd in een vroeg stadium te herkennen zijn. Uit de data van het onderzoek is echter nog meer informatie te halen: welke bedrijven het slechtst presteren. Voorkomen van verliezen is immers een wezenlijk onderdeel van het behalen van een hoog rendement op het gehele portfolio. 

Er is gekeken naar de 300 bedrijven die het slechtste rendement opleverde in de tijdvakken 5, 10, 20 en 30 jaar. In het onderzoek zijn alleen bedrijven meegenomen die aan het eind van de periode nog steeds een publieke notering hadden.

“Rule No. 1: Never lose money.
Rule No. 2: Never forget rule No. 1.”
– Warren Buffett

Vijf groepen

Net zoals met de winnaars, onderscheiden we vijf verschillende groepen. Bedrijven in deze groepen zorgen statistisch gezien vaak voor slechte totaalrendementen.

Bij ieder gefaald bedrijf is de oorzaak uiteraard net iets anders, maar meestal vallen ze in minimaal een van deze vijf groepen:

Groep 1: slachtoffer van concurrentie

Bedrijven in deze groep hebben last van een dalende omzet en marges die onder druk staan. Dit wordt veroorzaakt door het gebrek aan een duurzaam concurrentievoordeel.

Hierdoor is er een constante toestroom aan concurrenten wat zorgt voor prijsdruk. 

Groep 2: beperkte groeimogelijkheden en klantenconcentratie

Bedrijven die verkopen aan in een beperkte markt die door een paar afnemers bepaald wordt. De afnemers hebben hierdoor een sterke onderhandelingspositie.

Dit zien we bijvoorbeeld bij bedrijven die voor de omzet vrijwel volledig afhankelijk zijn van opdrachten vanuit de overheid. Wanneer de overheid besluit een andere richting in te slaan kan het bedrijf snel in de problemen komen.

Groep 3: de verstoorde sector

In deze groep vallen de bedrijven waarbij de sector ernstig verstoord wordt door (technologische) ontwikkelingen. De klassieke business verdwijnt met teruglopende omzet en marges tot gevolg.

De bedrijven in deze groep slagen er niet in om mee te gaan met de ontwikkelingen. Soms is dit ook niet mogelijk. Voor een drukkerij van dagbladen is het moeilijk om mee te gaan met de trend richting online consumptie van nieuws. 

Groep 4: te hoge schulden

Bedrijven die een te hoge hefboom gebruiken en uiteindelijk bezwijken onder de schuldenlast. Een kleine strategische vergissing wordt door de hefboom vergroot en het bedrijf komt hierdoor snel in de problemen.

Dit hebben we in de vorige crisis bijvoorbeeld gezien met financiële instellingen. 

Groep 5: Hoge vaste kosten en cyclisch

Bedrijven die opereren in een cyclische industrie kunnen jaren achtereen enorm winstgevend zijn. Wanneer de economie of specifieke industrie in een laagconjunctuur komt beginnen de problemen. Degene met hoge vaste kosten zien hun winstgevendheid verdampen.

Vervolgens kan het jaren duren voordat de vraag weer aantrekt. Veel bedrijven kunnen niet zo lang wachten op het herstel van de omzet. Dit is momenteel gaande in de olie- en gaswinning. Vooral de kleinere onafhankelijke bedrijven in de (schalie)olie winning zijn zeer sterk afhankelijk van de olieprijs. 

Conclusie

Bedrijven die falen op de beurs hebben meestal één van deze eigenschappen:

  • te veel schulden
  • te hoge vaste kosten
  • of ze opereren in een cyclische industrie.

Vaak is er sprake van een combinatie van meerdere van deze factoren. Deze eigenschappen zorgen ervoor dat dit type bedrijven tegenvallers moeilijk op kunnen vangen. Wat vervolgens zorgt voor dalende beurskoersen. 

In tegenstelling tot de 5 groepen met winnaars zijn de verliezers vaak wel in een vroeg stadium te herkennen. Met gedegen onderzoek kan je het neerwaarts risico van je portfolio flink verminderen.