Eerder schreven we al over de overeenkomsten van bedrijven die succesvol aandeelhouders belonen. Uit onderzoek bleek dat de constante factoren hierin omzet- en winstgroei waren. Dit is natuurlijk nogal algemeen. We hebben daarom verder gezocht naar meer informatie. En wat blijkt: je kan succesvolle aandelen in vijf categorieën indelen.
Dit onderzoek, uitgevoerd door Dubra, bevatte een grote hoeveelheid data. Er is gekeken naar de 300 beste beleggingen van de laatste 5, 10, 20 en 30 jaar. Hiermee bepalen we de topaandelen uit het verleden.
Vervolgens kunnen we op basis van die cijfers inschatten wat de beste aandelen van de toekomst zijn. Althans, dat is de theorie.
De aandelen die beleggers het beste beloonde in de diverse tijdframes zijn onder te brengen in vijf verschillende groepen.
Dit zijn bedrijven met een zeer hoge omzetgroei met over het algemeen een lage marge. Voor deze groep is groei het belangrijkst.
Dit mag ten kosten gaan van vrijwel alles, vaak zijn ze dan ook niet of nauwelijks winstgevend.
Deze bedrijven groeien wat minder snel dan degene uit groep 1.
Ze hebben wel (zeer) hoge marges en zijn dus winstgevend.
Matige omzetgroei met sterke marges.
Veel hogere marges dan bedrijven in groep 1, maar lagere marges dan groep 2.
Bedrijven met een relatief lage omzetgroei en gematigde marges. Maar er is wel sprake van een sterk en duurzaam concurrentievoordeel.
Deze bedrijven vind je bijvoorbeeld in een sterk gereguleerde markt.
Deze groep bedrijven heeft geen opvallende ontwikkelingen in de omzet of marges.
Het rendement komt voort uit het feit dat ze overleven in zeer zware tijden, terwijl concurrentie uitvalt.
Opvallend is dat deze groepen eigenlijk een tijdlijn vormen.
Een bedrijf start als jonge innoveerder (groep 1). Ze brengen bijvoorbeeld een nieuw product op de markt. In dit stadium is groei het allerbelangrijkst om een zo groot mogelijk deel van de markt in handen te krijgen.
Naarmate het bedrijf volwassen wordt, richten ze zich meer en meer op de winstgevendheid. Er worden schaalvoordelen behaald en de marges stijgen. Het bedrijf schuift hiermee op naar groep 2.
Na verloop van tijd zwakt de groei af. Er is een groot deel van de relevante markt in handen en verdere groeikansen zijn beperkt. De focus wordt daarom meer gelegd op winstgroei, waarmee het bedrijf in de derde groep aanbeland.
Een echt sterk bedrijf weet tenslotte groep 4 te bereiken. Hier zit de gevestigde orde die moeilijk van de troon te stoten is. Dit geeft ze ook een goede kans om een eventuele recessie of depressie te overleven. Dat zou ze ook in de laatste groep indelen.
Eigenlijk kunnen we niet zo veel met de informatie uit dit onderzoek. De conclusie toont de succesvolle ontwikkeling van een bedrijf. Wanneer een bedrijf een aantal van deze stappen doorloopt zorgt het voor een toprendement.
Maar dat is niet erg verrassend. Die conclusie werd eerder namelijk ook al getrokken, langdurige winst- en omzetgroei van een bedrijf geeft hogere beurskoersen. Dat is in feite dezelfde conclusie.
Bedrijven uit deze groepen zijn niet altijd eenvoudig op tijd te herkennen. Er is echter nog een andere manier om dit te benaderen. Uit de data van het onderzoek is nog een conclusie te trekken: welke bedrijven geven de slechtste rendementen. Die zijn eenvoudiger te herkennen. Voorkomen dat je rendement verliest zorgt immers ook voor een hoger rendement.
Wat de ‘verliezers van de beurs’ met elkaar gemeen hebben, lees je hier.