In deze blog staan we stil bij de beste beleggers. We kijken naar hun strategieën en visie op de aandelenmarkt. Het is altijd nuttig om te leren van de professionals, we hoeven het wiel immers niet opnieuw uit te vinden.
Vandaag publiceren we het eerste deel van de, in onze ogen, allerbeste beleggers. Hieronder lees je meer over de strategie van vier waardebeleggers. Opvallend is dat er, ondanks dat ze onder dezelfde noemer vallen, toch verschillen in visie en uitvoering zitten.
Warren Buffett (1930)
Je kunt geen lijst maken met de beste beleggers zonder Warren Buffett te noemen. Hij heeft eigenlijk geen introductie nodig. Hij wordt over het algemeen gezien als de beste (waarde)belegger ooit en behoort al jaren tot de rijkste mensen ter wereld.
Strategie:
- Focust op individuele bedrijven, niet op macro-economische omstandigheden
- Investeert in bedrijven met een duurzaam concurrentievoordeel
- Vindt dat het beter is om alles te weten van een paar bedrijven dan een beetje te weten van veel bedrijven
- Gelooft niet in Technische Analyse
- Belegt op basis van de operationele prestaties van het onderliggende bedrijf, niet op basis van de koers van het aandeel
- Houdt aandelen zeer lang vast, sommige verkoopt hij nooit
- Handelt bij sterke volatiliteit. Koopt op angst en verkoopt op hebzucht
- Legt de nadruk op een sterk en aandeelhoudersvriendelijk management
- Belegt altijd met een ‘margin of safety‘
“Wheter we’re talking about socks or stocks, I like buying quality merchandise when it is marked down.”
Charlie Munger (1924)
De rechterhand van Buffett kan natuurlijk ook niet ontbreken in deze lijst. Charlie Munger is een waardebelegger pur sang, nog meer dan Warren Buffett. Hij is bekend om zijn enorme geduld en zeer beperkt aantal transacties.
Strategie:
- Vindt dat aandelen die geprijsd zijn boven de boekwaarde, maar onder de intrinsieke waarde nog steeds een goede belegging kunnen zijn
- Leest enorm veel boeken over allerlei verschillende onderwerpen (wiskunde, biologie, wetenschap, economie, psychologie et cetera). Algemene kennis maakt hem een betere belegger
- Gelooft dat het beter is om in cash te blijven dan om middelmatige investeringen te doen, hij benut alleen de beste kansen
- Vindt dat je niet alles exact kan berekenen. Vaak is het is goed genoeg om ongeveer gelijk te hebben
“All intelligent investing is value investing – acquiring more than you are paying for.”
Joel Greenblatt (1957)
De resultaten van zijn Gotham Capital fonds waren indrukwekkend. In de tien jaar vanaf de oprichting in 1985 behaalde Greenblatt een rendement van 50% per jaar. Vervolgens sloot hij het fonds en ging hij verder als particuliere belegger. Hij is bekend van zijn boek ‘The Little Book That Beats The Market‘.
Strategie:
- Koopt sterke bedrijven wanneer ze goedkoop zijn
- Geeft de voorkeur aan zeer winstgevende ondernemingen
- Gebruikt zijn ‘Magic Formula’ om te bepalen of een bedrijf voordelig geprijsd is
- Gelooft dat onderzoek het neerwaarts risico meer verlaagt dan diversificatie. Zijn portfolio heeft meestal dan ook maar een paar posities
- Negeert grotendeels macro-economische omstandigheden en beursvolatiliteit
“Choosing individual stocks without any idea of what you’re looking for is like running through a dynamite factory with a burning match. You may live, but you’re still an idiot.”
John Templeton (1912 – 2008)
Net voor de Tweede Wereldoorlog werkte John Templeton voor een van de voorgangers van het investeringshuis Merrill Lynch. Hij was een van de weinige die zag dat WOII ook een kans kon zijn voor beleggers.
Templeton was van mening dat het, na afloop van de oorlog, een impuls zou geven aan de Amerikaanse economie. Dit bleek te kloppen, met een eenvoudige tactiek behaalde hij +400% rendement in vier jaar tijd.
Strategie:
- Was een tegendraadse belegger, hij ging tegen de stroom in. Hij kocht fors wanneer het pessimisme onder beleggers op een hoogtepunt was
- Belegde wereldwijd. Zocht naar kansen in landen met lage inflatie en hoge economische groei
- Had een langetermijnvisie, hield aandelen meestal zo’n 6 a 7 jaar aan
- Focuste zeer sterk op goedkoop, en minder op kwaliteit
- Had soms honderden posities in zijn portfolio. In tijden van maximaal pessimisme kocht hij vrijwel alles, zolang het maar extreem goedkoop was
- Waarschuwde medebeleggers om weg te blijven uit de populairste aandelen
“If you want to have a better performance than the crowd, you must do things differently from the crowd.”